Een half uurtje voor we richting retreat vertrekken, heb ik mijn Colruyt-bakken klaar staan aan de voordeur. Elke bak netjes gelabeld: “inrichting tempel”, “massage”, “kaarsen”, “schrijfgerief en varia”,… De meeste bakken ook slechts tot net onder de rand gevuld, zodat er nog een tweede bak bovenop kan. De koffer van de auto herbergt immers vlot drie stapels naast elkaar en drie bakken hoog. Spreken van een bewuste samenwerking tussen Colruyt en Peugeot gaat misschien wat ver, maar toch…
De kleren van Griet en mezelf in twee kleine American Touristers die netjes achter de voorzetels passen. Om het met de woorden van Ace Ventura te zeggen: “like… a… glove…”.
T minus 5 minutes: ik sta vertrekkensklaar.
Enter Griet Verhaert: “Ik heb hier nog een kleed dat ik graag zou meenemen. En ik ga nog twee truitjes strijken, dan kunnen die ook mee.”
Licht knarsetandend haal ik haar valiesje weer uit de auto en rits het open. Terwijl ik het kleed en de twee truitjes (die er drie blijken te zijn) wegstop, komt ze aandraven met een trui en stapschoenen: “kan dit er ook nog bij?”. Ik prop de trui bij in de valies en gebruik mijn volle gewicht om de rits toe te doen. Voor de schoenen heb ik nog wel een plekje in de auto.
Plots staan er twee grote manden in de gang. “Ik zou misschien nog wat extra kussentjes en schapenvelletjes willen meenemen, voor als er niet genoeg zijn”, licht ze toe en ze dartelt alweer weg.
Ik rol met mijn ogen (want niet overtuigd van de noodzaak), maar prop de manden achterin de koffer. “Goed dat ik zo efficiënt kan inpakken”, complimenteer ik mezelf.
Wanneer ik me omdraai staat een breed glimlachende Griet mee aan de auto: “ik heb in de tuin nog wat bloemen gesneden voor in de zaal” en ze reikt me drie glazen vazen met bloemen aan, voor ongeveer 2/3e gevuld met water. Of ik dit een plekje kan geven waar het niet morst en waar de bloemen niet beschadigd geraken tijdens de 2 uur durende trip naar De Heerlijckyt.
Er volgt nog een draagmand met losse spullen: nóg een jurkje dat ze mee wilt, laptop, een paar laders die er nog snel ingepropt worden, een thermos thee voor onderweg, sletsen, een handvol kristallen die ze vergeten in te pakken was en een dikke jas “voor als het moest regenen”…
Onze “bakken en zakken” zoals ik het noem, zijn een mooie metafoor voor het leven. De bakken zijn efficiënt en geordend. Maar de manden zorgen voor warmte en kleur. De bakken zijn ook hard (en stapelbaar), terwijl de manden flexibel (en “propbaar”) zijn.
En zo hebben ze allebei hun rol te spelen. Als het alleen manden zouden zijn, dan werd het één grote chaos. Maar met alleen bakken wordt het rigide en kil. Zo vloeien yin en yang samen in elkaar.
Is er in jouw leven of jouw onderneming ook plaats voor bakken en manden? Op welke manier geef jij warmte aan je leven of bedrijf? Is er ondertussen ook voldoende structuur zonder rigide te worden?