We ontbijten aan het zwembad. Bij een koffie en croissant verzamelen we alle tips die we van vrienden gekregen hebben voor Ibiza. De mooiste stranden van het eiland, de leukste culinaire adresjes en de hipste der hippy marktjes.
Op het lijstje staat ook de grot van de godin Tanit, een must-do voor Griet Alice. Google Maps meldt ons dat de plek een half uurtje rijden is, maar ook dat ze elke dag om 13h30 sluit. Mijn yang schiet in actie en denkt: "het is elf, een half uurtje rijden, een ruim uur daar... Dat betekent dat we ons ontbijt nu moeten afronden om binnen het half uur in de auto te zitten!"
De woorden die uit mijn mond komen zijn: "Dan moeten we niet te lang meer wachten om te vertrekken…"
We drinken ons kopje koffie uit en begeven ons naar de kamer om te vertrekken. Ik ga in efficiëntie-modus en vul de rugzak met een truitje (voor als het fris is in de grot), water (voor als het warm is), geld (voor als er een winkeltje is) en stapschoenen (voor als het een eindje wandelen is). Klaar!
Ondertussen staat mijn Priestess zich in de badkamer mooi te maken. Ze komt net uit de douche en brengt haar mascara aan. Ik schat in: nog vijf minuten. Haar nog doen (vijf minuten extra), juweeltje uitkiezen (nog vijf minuten extra). Ik voel hoe mijn ademhaling wat hoger komt te zitten en er zich een lichte spanning in mijn borst vormt. De klok tikt genadeloos verder en ik bijt een vingernagel af.
Ik heradem wanneer Griet Alice eindelijk uit de badkamer komt en maak aanstalten om naar de deur te gaan. Maar alsof George R. R. Martin het scenario schreef, komt er een plotwending: "ik wil nog eventjes kijken of ik mijn mooi kleed niet kan aandoen" - en mevrouw verdwijnt in haar kleerkast.
Ik laat een diepe zucht en bijt nog een nagel af.
De rit naar de grot is ijzig stil. Ik concentreer me een beetje passief-agressief op de weg. Behalve wanneer Griet langs haar neus weg vraagt of ze onderweg nog wat bloemen kan plukken. Ik bijt haar neus eraf en ook nog twee vingernagels.
Ook tijdens het bezoek gunnen we elkaar amper een blik. Het is pas bij het buitenkomen, onder een boom in de zon, dat we samen kunnen terugkijken op wat er net gebeurd is.
"Ik voelde mezelf verantwoordelijk om ons hier op tijd te krijgen en ik had het gevoel dat ik geen medewerking kreeg."
"Maar voor mij was die timing niet zo belangrijk."
"Maar ik voelde aan alles wat je deed dat dit bezoek wél belangrijk voor jou was."
"Ja, dat klopt, maar de diepgang was voor mij veel meer waard dan de duur van ons bezoek."
"Ik handelde helemaal omdat ik het goed wou doen voor jou en sloeg weer helemaal door..."
"En ik heb niet geuit wat er écht toe deed voor mij."
Soms kunnen we vanuit onze beste intenties toch voor conflict zorgen. Omdat we redeneren vanuit ons eigen kader, zonder af te stemmen. Soms wou ik dat ik mijn yang-knop eventjes op 3 kon zetten in plaats van op 11...