ââŠen een bandje van Graspop helpt ook altijdâ, grijnsde de man achter de balie. Hij wees naar mijn pols terwijl hij me de twee onderdelen overhandigde.
Ik was vijf minuten eerder binnengewandeld bij de groothandel voor sanitair, met een âduimse messing koppeling voor drinkwaterâ waarin een stop knel zat. Een half uur eerder had mijn ego toegegeven dat ik die stop daar nooit zelf af zou krijgen, althans niet met het materiaal dat ik voorhanden had.
âGoed gerief is het halve werkâ, zei mijn vader altijd, waarop hij zijn werkkoffer openklapte en er Mary Poppins-gewijs vanalles begon te halen, tot hij exact het juiste materiaal gevonden had. Alles had die man in huis.
Ik dus niet. Ik ben als doe-het-zelver vrij goed uitgerust qua basics:
- een goeie accuboormachine van DeWalt (waarmee je altijd eens âbsjiet-bsjietâ moet doen voor je aan het Ă©chte werk begint),
- een degelijke borenset met hout- en steenboortjes (waarvan alle boortjes onder de 5mm afgebroken zijn omdat de 7-jarige ook een would-be klusser isâŠ)
- een 16-delige sleutelset (waarvan ik schijnbaar alleen de 22 en 32 nodig heb en al de rest alleen maar ruimte inneemt)
- en dan vier dozen vol materiaal dat gerecupereerd werd van klussen allerhande. Netjes gesorteerd in een bak met loodgieterij, een bak met vijzen en schroeven, een bak met afvoer en sifons en een bak met âallerleiâ (ik gebruik âgesorteerdâ hier als een eufemisme voor âvanop een afstand bij elkaar gekeildâ).
Soit. Het koppelstuk en de desbetreffende stop zaten zo goed vast, dat het voorbij mijn mogelijkheden lag om ze uit elkaar te halen. En aangezien ik nog wat onderdelen nodig had van de sanitairwinkel, besloot ik om de messing lastpak mee te nemen om te kijken of ze daar een oplossing hadden. Mijn andere lastpak vond het ook wel fijn om met papa mee te rijden.
âNormaal doen we dit nietâ, sprak de man. âMaar ik zal eens kijken.â Hij beende weg, slalomde tussen de rekken en nam een grote waterpomptang uit het rek. Met Ă©Ă©n fikse ruk gaf de stop zijn weerstand op en kwamen de twee stukken los van elkaar.
âFantastisch! Dankjewel!â, grijnsde ik van oor tot oor. âIk heb met jullie filiaal in Temse ook supergoeie ervaring. Ik ben blij dat dat hier in Brugge ook zo blijkt ze zijnâ, vulde ik aan.
Waarop de man de Graspop opmerking maakte en we nog een tiental minuutjes napraatten over hoe de gitarist van Dog Eat Dog een Brusselaar is, en dat death metal er voor ons beiden toch een beetje over is.
Bij het buitengaan vroeg ik -Piet Huyzentruitsgewijs- aan de elfjarige: âwat heb je nu geleerd?â Waarop de knul direct de nagel op de kop sloeg: âDat je altijd hulp kan vragen als je met iets vastzit!â
Ook ik was blij dat ik hulp gevraagd had. Voor hetzelfde geld was ik nog een halve dag langer blijven klooien om die koppeling los te krijgen. Maar het blijft soms moeilijk om de stap te zetten.
âIk moet dit zelf kunnenâ (schaamte), of âik wil niemand lastig vallenâ (je plek innemen) zijn veelgehoorde excuses om toch maar geen hulp te vragen.